West coast (part 1)

12 februari 2012 - Broome, Australië

Goedemiddag / morgen allemaal! Hier volgt deel 1 van onze avonturen aan de westkust. Later vandaag meer :)

 

Hello Indian Ocean!
Jaja, inmiddels hebben we alweer de volgende oceaan op onze reis bereikt. Na de 
1) Pacific Ocean (rechts van Nieuw-Zeeland)
2) The Tasman Sea (links van Nieuw-Zeeland
3) de South Pacific (zo noemen de Ozzies die plas tussen Ausrralie en Nieuw-Zeeland)
4) de Bass Strait (ten zuiden van Australie met Tasmanie aan de andere kant)
5) de Southern Ocean (tussen Australie en Antartica);
hebben we inmiddels onze voetjes in de Indian Ocean gestopt (links van Australie). Met nog maar een stuk of 2-3 andere zeeën voor de boeg zijn we wat dat betreft al ver over de helft. Qua tijd overigens ook, van de 8 maanden die we alles bij elkaar weg geweest zijn, hebben we er nog maar iets van drie over. Qua geld zijn we helaas ook allang over de helft haha. Om de weetjes even te voltooien: we naderen de 6000 foto’s (waarvan dik 4000 in Nieuw-Zeeland) en ons witte vervoersmiddel c.q. huis heeft ons alweer 7000km meegenomen naar mooie plekjes enzo.

Anyway, onze rit van de oostkust naar de westkust is dus voltooid! Tijd om koers noordwaarts te zetten, richting Darwin. Tevens richting het natte regenseizoen incl. cyclonen enzo dus we moeten het weerbericht maar eens wat in de gaten gaan houden over een weekje of twee. Maargoed, das nog ver weg in het leven van een backpacker. We weten net wat we vandaag gaan doen dusse..

Esperance to Perth (vrijdag-zaterdag-zondag-maandag 27-30 januari)
Maar even bij het begin beginnen. Esperance hebben we kort na de laatste blogpost achter ons gelaten, om koers te zetten naar Albany. De weg erheen was saai en Albany viel ook tegen (dertien in een dozijn stadje) dus daar valt eigenlijk niets over te melden. Omdat het uiterste zuidwestelijke puntje van Australie ons ook niet echt aansprak zijn we doorgestoken naar Bunbury, aan de noordkant van de (volgens de Lonely Planet mooie) Geographe Bay. Die was niet zo mooi als beloofd, maar dankzij het goede weer, de wijn en de leuke tussenstopjes hebben we alsnog een leuke dag gehad.

Op weg naar Bunbury zijn we wel nog even lekker de boom in geweest. In een of ander groot, oud bos met uberhoge bomen was een treetopwalk, kortom een wandeling tussen de boomtoppen over smalle stalen loopbruggen naar mini-platformpjes waarna je de volgende loopbrug weer op kon.
Zoiets is al spannend voor mensen met hoogtevrees aangezien het allemaal open is, dus je ziet de grond. Het hoogste punt was op 40 meter, ook geen kattenpis! En om het allemaal wat natuurlijker en spannender te maken was de constructie bewust wat slapjes, zodat alles een beetje slingert en danst in de wind en als er mensen overheen lopen. We vonden het beiden niet erg confortabel, tikje eng, maar wel een mooie ervaring! Zo hoog tussen de bomen is best gaaf! En al helemaal met deze bomen. Enorm hoog, groot, dik en sommige hebben aan de onderkant een holle stam die zo groot is dat je er met 10 mensen in kan staan. Bijzondere dingen wel.

Perth (maandag-dinsdag-woensdag 30-31 janauri en 1 februari)
De dag na Geographe Bay zijn we naar Perth gereden, dat inmiddels nog maar 200km bij ons vandaan was. Op zoek naar een leuk strand om die avond te parkeren lukte het niet makkelijk om wat te vinden. Te druk, vies, niet mooi of gewoonweg verboden te slapen. Eind van de middag vonden we Floreat Beach, een mooi strand met mooie directe omgeving. Een leuk picknickparkje ervoor, schone toiletten en douches, een grote parkeerplaats met zowel schaduw als supergaaf uitzicht over de zee, en het strand was ook dikke prima. En ook belangrijk, er stond nergens dat je er niet mocht overnachten.

Om een of andere reden wisten we allebei niet zo goed wat we wilden of waar we zin in hadden, dus we zijn maar gewoon lekker aan de wijn gegaan. Muziekje erbij, dikke prima! We stonden er dus lekker backpackerig bij, en zo ontmoetten we een Duits koppel dat op zoek was naar een goede parkeerplek. Met hen hebben we die avond en de dagen erna gegeten en gekletst, was gezellig. Ook weleens leuk om ook met andere backpackers te praten haha.

De volgende ochtend werden we alsnog gewekt door de ranger die ons kwam vertellen dat slapen toch niet toegestaan was. Gelukkig geen boete, maar er stonden dan ook geen bordjes. Later bleek er 1 klein rotbordje te staan bij de andere ingang, maargoed.

Nadat de ranger vertrokken was hebben we lekker uitgeslapen tot half 10, en de hele dag niets gedaan verder. Op het strand gelegen, op het strand gelegen, geslapen en ge-bbq’t. Het was ook 39 graden dus dan moet je niet teveel ambities hebben. Het hoogtepunt van de dag was toen het strand gesloten werd omdat er 2 flinke haaien vlakbij de kust gespot waren. Er zijn deze zomer al 3 zwemmers gepakt door haaien dus ze houden de boel continue in de gaten met helikopters enzo. 3 is veel trouwens, daarvoor is er 10 jaar niemand gepakt.

Overigens hadden ze op dit strand dumping surf, ooit van gehoord? Wij ook niet, en dat doet je weer beseffen dat je in een groot land ver weg zit, waar ze zulke dingen hebben! Anyway het wordt veroorzaakt doordat het strand heel stijl op liep. Daardoor krijg je golven die niet echt voorwaarts bewegen, maar alleen naar boven, om vervolgens keihard op je hoofd/nek/rug neer te donderen, met ook nog eens een kenmerkend geluid. Gelukkig waren ze niet echt hoog vandaag, zodat het nog cool bleef.

De nacht hebben we doorgebracht bij Trigg Beach na een tip van de duiters. Hier is overnachten ook niet toegestaan maar wordt het gedoogd, en dat is te merken. Iedere nacht staan er rond de 20 busjes en auto’s met slapers erin, wel gezellig. Deze dag werd het nog warmer, namelijk 41 graden, maar ambitieus als we zijn, zijn we toch de stad in gegaan om wat van Perth te zien. Eigenlijk was het te warm om veel te doen en van enige energie was daardoor ook geen sprake, dus we hebben het maar kort en bondig gehouden. Het zag er allemaal ook niet heel boeiend en spectaculair uit eerlijk gezegd. Misschien moeten we het niet (onbewust) met Sydney vergelijken..

Pinnacle Desert and Kalbarri (donderdag-vrijdag-zaterdag 2-3-4 februari)
Anyway we waren wel weer klaar hier, dus de dag erna op het gemakje naar de Pinnacle Desert gereden. Die desert is niet enorm groot ofzo, geen Sahara, maar een klein stukje ervan is wel heel bijzonder. Die staat namelijk vol met limestone (oftewel stenen) rotsformaties, meestal in ietwat pilaar-achtige vorm. Hoe het zo gevormd is begrijpen we nog steeds niet helemaal, maar het is in ieder geval een natuurlijk proces geweest.

Het hele gebied staat vol met die aparte gele rotsen, het zand is gelig en verder af en toe een struikje, maar voornamelijk kaalheid. Een heel apart en bijzonder stukje natuur om te zien! We hebben het rondje wat je er doorheen kunt rijden dan ook 2x gedaan. We wilden ook de wandelroute nog doen maar de plensbui die al de hele dag rond ons hing kwam wederom loeihard naar beneden. Er zit (zat inmiddels) een cycloon verderop en de waaiers daarvan zijn vaak regenachtig en erg winderig. Zo ook nu.

Al heeft dat ook ‘voordelen’. Tussen aanhalingstekens ja, want voor ons is het leuk dat er water op de weg staat, waar kangaroo’s op af komen om een slokje te drinken. Voor de diertjes zelf is het niet zo handig want zo is de kans ook groter dat ze doodgereden worden. We hebben dat ook bijna zien gebeuren trouwens. Het beest zat op de weg / in de berm, de auto voor ons stopte maar de vrachtwagen tussen ons en de auto ging doodleuk inhalen. Vervolgens vond de kangaroo het ook nog nodig om te gaan oversteken, we hielden ons hart vast. Gelukkig ging ie zo laat dat ie alleen maar hard tegen de zijkant op hopte, viel en daarna gewoon weer door hopte de bosjes in. Gelukkig maar.
Maar stomme beesten zijn het, die kangaroo’s. Waar je konijnen, reptielen en emu’s nog wel weg ziet lopen als er een auto aan komt, gaan kangaroo’s juist dan om de een of andere reden de weg op. Je moet dus ook continue alert blijven want voor je het weet staan ze voor je bumper.

Maargoed, de andere roo’s op de weg zijn allemaal heel gebleven en waren mooie fotomomentjes voor ons. Dat kon er weer bij na die serie prachtige foto’s in die aparte desert.

In een dorpje verderop hebben we weer eens lekker eten gemaakt (butter chicken) en omdat het er verder vrij troosteloos uitzag zijn we doorgereden naar Jurien Bay om te overnachten. Heerlijk geslapen, alleen de auto wilde wederom niet starten. Vocht, kou, rotte bougies.. Anyway na een ochtendje klooien en relatief lage rekening konden we weer op pad.

Eind van de dag bereikten we Geraldton waar we hebben gegeten, geslapen, een nieuwe band gehaald (dat moest nog een keer, profiel op) en de leegloper laten fixen (zat een spijker in).

Onze volgende officiële stop was Kalbarri, een dorpje in een uithoek aan een mooie baai, met twee prachtige national parken. Eentje met sandstone kliffen, enigszins vergelijkbaar met de Great Ocean Road. Het andere park was er een met kloven, rivieren, rood zand, veel groen blabla. Het deed Steven op de plaatjes denken aan de Big Thunder Mountain in Disneyland, dus dat leek ons wel wat. Maar helaas, precies deze week was het park dicht om de geitenpopulatie een beetje in te tomen (oftewel af te schieten) dus dat feest ging niet door.

De kliffen waren wel mooi, en het pelikaanvoeren was ook gaaf. Ja pelikanen vliegen en dobberen hier in grote getalen in het wild rond, en het zijn zulke gave beesten! Groot, majestieus, grappig, een tikje raar ook maar erg mooi. Anyway in dit dorpje komen ze al 30 jaar om 08.00 een paar visjes halen, dus dat was leuk. Ook leuk aan Kalbarri was de politie, die de ranger kennelijk net zo’n zeikerd vonden als wij.
We stonden ’s avonds op een parkeerplaats ons potje te koken toen de ranger al kwam informeren naar niets, dat is hun manier om te laten weten dat ze je in de gaten houden. Een kwartier later kwam de politie hetzelfde doen dus we werden er al flink moe van eigenlijk, maar daarna gaven ze ons tips waar we goed konden staan ’s nachts zonder last te hebben van de ranger! Ideaal haha. Geen gebruik van gemaakt overigens, we hebben in de (gesloten) outdoor cinema geslapen.

Monkey Mia (zondag 5 februari)
Onze tocht noordwaarts voerde ons aansluitend door een lang stuk onofficiële outback. Lege wegen, rood zand, veel teveel vliegen, brandende hitte (waar de auto weer slecht tegen kon, rustig aan doen dus), en geen dorpjes, alleen maar roadhouses. Eindpunt van de dag was Monkey Mia, wat helemaal geen dorpje bleek te zijn maar alleen maar een resort en camping. Oeps! Geen goede slaapplekken te vinden, dus we hebben maar buiten het dorp in de bushbush geparkeerd.

De tweede helft van de route naar Monkey Mia was erg mooi, we reden namelijk over een smal schiereiland in Shark Bay. Diepblauw en turqoise wisselde zich af terwijl we onze ogen uitkeken naar al het wildlife op en langs de weg. Daar waar we tot 2 weken geleden nog druk zochten naar Emu’s (en ze vooral niet vonden) liepen ze hier in bosjes rond, zelfs tot in het dorpje Denham. Natuurlijk ook weer kangaroo’s gespot, en veel reptielen. Hoe noordelijker hoe warmer, en dat zie je ook terug in de dieren! We zien de laatste dagen veel hagedissen etc, groot en klein, op en langs de weg in de zon zitten. Sommigen zo klein dat je ze haast te laat ziet om te ontwijken, maar sommigen ook makkelijk 1-2 meter lang. Prachtige dieren.

De rit naar Monkey Mia was ook leuk vanwege Shell Beach en Eagle Bluf. Shell Beach is een strand dat, de naam zegt het al, helemaal vol ligt met kleine schelpjes en scherfjes enzo. Complete heuvels, en zo wit dat het pijn doet aan je ogen. En dan die diepblauwe zee erbij, echt een plaatje!

Eagle bluff was een goede voor onze wildlife-bingo. Het is een grote klif met vlak ervoor vrij ondiep water, waar geregeld veel leuks te spotten is. Na een paar minuutjes turen konden we diverse haaien tot iets van 2 meter grootte, schildpadden, een Manta Ray (4x5 meter, die beesten zijn echt huge), en een Dugong ontdekken. Dugongs zijn soort zeekoeien (denk ik) die voornamelijk zeegras eten, zeldzaam zijn en iets van 3,5 meter kunnen worden. Anyway, we konden weer een paar diertjes afvinken!

En daar bleef het niet bij, want de volgende dag bleek ook een goede zijn voor ons afstreeplijstje. De dag begon in alle vroegte voor ons, zodat we het reserve in konden sneaken zonder te betalen. De dollars zijn zo ongeveer wel op dus we moeten een beetje zuinig doen ;-)

De dolfijnen van Monkey Mia zijn nogal speciaal, omdat ze zo ongeveer tot op het strand zwemmen. De verzorgers daar voeren ze al een jaar of 30 op gezette tijden een klein beetje vis, waar dolfijnen gek op zijn, en de dolfijnen vinden de interactie met de verzorgers en mensen ook leuk. Ze komen dus elke dag langs, voornamelijk in de ochtend. Wij hebben ze 2x langs zien komen, en ze zwemmen werkelijk tot op 2 meter langs je, terwijl je zelf maar tot je enkels in het water staat. Heel speciaal en ook erg leuk om ze eens van zo dichtbij te zien. Het viel ons ook nog meer op hoeveel menselijke trekjes ze eigenlijk hebben, erg cool allemaal. Als bonus mochten we ze ook nog een visje voeren, dus onze dag was al geslaagd.

Dat er daarna ook nog 2 pelikanen zaten te poseren op het strand en we 3 schildpadden meerdere keren van behoorlijk dichtbij gezien hebben was ook erg gaaf. Helemaal voor Ramona, die deze prachtige dieren voor het eerst van dichtbij in het wild zag. Ze zagen er ook precies uit als in de tekenfilms, met van die groen-achtige schubben enzo, supergaaf!

Na deze prima ochtend Monkey Mia zijn we een stukje terug gereden naar Denham om wat te snorkelen. Ook dit bleek een goede voor de wildlife-bingo, namelijk een zeeslang die iets te nieuwsgierig werd. Tegen Ramona’s been aan, recht voor mijn neus langs en zo tussen ons door! We wisten niet hoe snel we het water uit moesten komen, want die beesten zijn behoorlijk gevaarlijk. Ze geven per beet heel veel gif af en je moet dan meteen naar het ziekenhuis, anders houdt het snel op met je. Weer een ervaring rijker ;-)

Na het gechill werd het tijd om door te rijden naar Carnarvon, een onbelangrijk stadje wat toevallig midden tussen Monkey Mia en Coral Bay ligt, en daardoor een goede slaapplek is (tenzij je het leuk vindt om met 40 graden de hele dag in de auto te zitten). De stad zelf was niet echt een succes, hij kan zo bovenaan het lijstje van meest naargeestige stad tot nu toe. Stikdonker, doodstil, half verlaten bijna, alleen maar vage aboriginals die op straat hangen, enge insecten en een rat. Een slaapplek vinden wilde ook niet lukken, dus we zijn bij de lokale ANWB gaan staan met een excuus-briefje op de voorruit dat we pech hadden. We moesten er toch nog langs om tips voor rijden in zulke hitte te vragen.

Onze reis vervolgde via het Ningaloo Reef, maar meer daarover in de volgende post!

 

Liefs van ons

4 Reacties

  1. Omi en Opi:
    12 februari 2012
    Bedankt weer voor jullie mooie verhalen.Hebben jullie daar al een uitgever gevonden die ze willen uitgeven.Het is de moeite waard.
    Veel plezier en geluk nog op jullie verdere avonturen.
    Liefs van Omi en Opi.
  2. elsie:
    12 februari 2012
    Ben blij te horen dat jullie zo genieten.De gebieden waar jullie
    doorheen hebbeb in de l;ente de mooiste bloemen
    zo nogmaar eens terugkomen?
    Liefs Els
  3. Hetty:
    12 februari 2012
    Heerlijke verhalen...!
  4. Irene:
    13 februari 2012
    Dank voor de mooie lange verhalen! Best avontuurlijk, al die ontmoetingen en bijna-ontmoetingen met wilde dieren die hapjes van jullie willen nemen.