The Red Centre

6 maart 2012 - Cairns, Australië

The Red Centre (maandag-dinsdag 28-29 februari)
Na onze bijtankdagen zijn we weer op pad gegaan, naar The Red Centre, vooral bekend van Uluru, of vroeger Ayer’s Rock. Red Centre omdat het in het midden van Australië ligt, en omdat het rood is. Nu zijn er hier wel (veel) meer gebieden overwegend rood, maargoed. En zo rood is al dat gras enzo bij Uluru nou ook weer niet.
Anyway, naar de officiële outback! Of althans, de outback zoals de toeristen die kennen als ze de rest van het land niet gezien hebben. Wij weten inmiddels wel beter.

Outback betekent in principe droog, leeg, heet, warm en kaal. Wij hadden echter mazzel, het natte weer van Darwin is deze week afgezakt naar het midden. De voorspellingen waren dan ook regen, regen, regen en kou. Dat beloofde niet veel goeds, maar gelukkig heeft het onze plannen uiteindelijk niet beïnvloed.

Maandagochtend zijn we vertrokken uit Alice Springs, om na 450km de wagen bij Uluru te parkeren. Onderweg niet veel spannends meegemaakt eigenlijk, maar we keken gelukkig genoeg uit naar de red centre om onszelf wakker te houden. Alleen het onweer joeg ons onderweg de stuipen op het lijf. Het flitste vrijwel continue, 360 graden om ons heen en de wolken waren nog donkerder, of juist vies grijzer dan normaal. Een keer sloeg de bliksem slechts een paarhonderd meter van de weg in, de knal (het leek wel een explosie) kwam nog geen seconde later. Dan voel je je, in je stalen wagen, op een verder kale en lege vlakte ineens niet zo veilig meer. Gelukkig verder geen near-hits meer gehad.

Aangekomen bij Uluru stonden we startklaar voor de mooiste zonsondergang ooit, maar dankzij de bewolking kwam daar geen donder van terecht. We hebben de steen dus maar beoordeeld op zijn slecht-weer-kleur (overigens nog steeds rood). En stiekem toch ook wel indrukwekkend! Voor Ramona de eerste keer dat ze ‘m zag, maar ook als het geen icoon van Australië was geweest, vond ze ‘m mooi. Steven had ‘m al eerder gezien, maar vond het toch ook wel weer erg gaaf.

Wat dat betreft is het jammer dat Mount Conner (groter en mooier) nog steeds niet echt toegankelijk is. Het is een soort mega-Uluru en de eerste keer dat je die kant op rijdt denk je eerst dat het Uluru zelf is. We kunnen er allebei over meepraten.

’s Avonds zijn we vroeg gaan slapen omdat we de volgende ochtend een fatsoenlijke sunrise wilden zien, en Kata Tjuta hiken. Van die sunrise kwam niets terecht natuurlijk (nog steeds bewolkt), maar van Kata Tjuta wel!
Kata Tjuta is een serie klei-bergen eigenlijk, soort van gevormd als bijenkorven, met prachtige valleien, kloven enz. Het ligt zo’n 50km van Uluru en is bij weinig toeristen bekend tot ze zich een beetje gaan inlezen, maar het is minstens zo mooi. Indrukwekkend, en veel afwisselender dan Uluru. En net zo rood, dus daar wint Uluru het ook niet mee.

Anyway, de hike die we bedacht hadden was de Valley of the Winds, 7,4km en 3-4 uur lopen. Om de eventuele warmte te ontwijken en flexibel te zijn voor de regen zijn we voor het licht opgestaan, zodat we klokslag 7 uur aan de start van de walk stonden. Eerst een kilometertje ofzo het gebied in lopen, daarna op en neer erin, en vervolgens rechtsaf de kloof en vallei in. Omdat we zo vroeg waren hadden we het gebied grotendeels voor onszelf alleen, wat een prachtige ervaring was. Een kleine kloof / vallei volledig leeg (behalve ons dan), de fluitende vogels om je heen, en na een kleine klim de grote vallei uitgestrekt voor onze neus. Wat een prachtigheid allemaal! Erg indrukwekkend en mooi.

Tegen het einde van de route begon het wel wat drukker te worden, met plukjes mensen die ons inhaalden of tegemoet kwamen. Blij dat we vroeg begonnen waren, anders was het allemaal een stuk minder leuk geweest waarschijnlijk. Toeristen die irritant praten, doen en ook nog eens in je foto gaan staan.

Na een kleine drie uur lopen kwamen we moe en voldaan weer aan bij het car park! Een mooie, fijne hike in de benen, en we voelden ons meteen weer heel fit en gezond haha. En geen druppel regen gezien, ondanks de slechte voorspellingen.

Daarna zijn we op het gemakje, via de look-outs terug gereden naar Uluru. Vooral vanaf de laatste lookout was Kata Tjuta op zijn mooist. Ruige bergen met een enorme variatie aan kleuren, prachtig gewoon! Rood zand met geel gras en groene bomen op de voorgrond, de rode rotsen met ook grijs en verschillende tinten rood erin, daarboven de afwisselend grijze en blauwe lucht, en dan nog hier en daar de zonneschijn erop ook. Schitterend.

Uluru hebben we daarna wat nader bekeken, door er een rondje omheen te rijden en een stukje langs te lopen. Apart ding is het toch! Wel mooi.

Maar we zijn niet te lang blijven hangen, want we hadden weer een rit van dik 300km voor de boeg, naar King’s Canyon, het hoogtepunt van The Red Centre (volgens Steven in ieder geval). Wederom geen al te spannende rit, al stroomde het wel van de regen aan het einde. Was het dan saai of vervelend? Nee, alles werd goedgemaakt door de Thorny Devil! Een enorm bijzonder en vreemd beestje wat we graag eens wilden spotten, maar helaas was het daar nog niet van gekomen. Totdat er dus eentje midden op de weg zat!

Thorny devils zijn kleine hagedis-achtige diertjes, ongeveer zo groot als je hand. Schattige voetjes (net babyvoetjes), een leuk koppie, prachtig zwart met geel, en geheel bedekt met spikes/prikkels/doornen. Niet aan te raken dus, maar super om te zien. Echt weer een perfect voorbeeld van de vreemde dieren die op dit continent wonen.

Aangekomen bij King’s Canyon hebben we tussen de buien door ons avondeten gemaakt, waarna de grote vuurwerkshow begon. Enorme onweersbuien omringden ons, het flitste achter elkaar door en de ranger vertelde ons dat we maar snel weg moesten voordat de creek te hoog over de weg heen kwam. We hebben maar braaf geluisterd. Omdat de camping op sneaken en illegaal slapen niet wilde lukken hebben we ergens in een zijweggetje geparkeerd voor de nacht.

Toen het weer licht werd bleek het relatief droog, dus onze plannen werden niet gedwarsboomt! De King’s Canyon rim walk, een 6km hike langs de afgronden van de canyon was ons doel voor de dag. King’s Canyon is zoals de naam al zegt een kloof / canyon van dik 100 meter hoog. Prachtig rood gesteente, lekker ruige natuur en gewoon prachtig. En dus ook nog enigszins droog. Het regende af en toe wel maar we konden in ieder geval tussen de buien door de klim naar boven maken. Zo steil als wat maar we waren toch maar mooi in dik een kwartier boven. Helaas was het te bewolkt voor prachtige uitzichten en bij gebrek aan zonlicht was het gesteente wat minder rood, maar mooi was het wel. Moederziel alleen liepen we langs de rotswanden, tussen de rotsblokken en bijenkorf-gevormde rotspartijen. Heerlijk!

En toen ging het regenen. Eerst zachtjes, daarna harder. Gelukkig hadden we tijdelijk een schuilplekje gevonden onder een overhangende rots. Maar omdat het geen wegtrekkend buitje bleek te zijn en er inmiddels al kleine stroompjes ontstonden hebben we de poncho’s maar aangedaan en zijn we verder gegaan. Eerst nog behoedzaam langs de plassen en over de stroompjes heen, maar we realiseerden ons al snel dat het onbegonnen werk was. Het regende ondertussen nog flink door maar koud was het niet. Mooi wel, helemaal toen we de klifwand weer even bereikten. Ineens overal watervallen die er een half uur geleden nog niet waren, zo vet! We keken onze ogen uit.

En we hadden er nog veel lol in toen de smalle rotsspleet waar we doorheen moesten intussen een snelstromend beekje was geworden. Het laatste restje hoop op enigszins droge voeten moesten we opofferen om door te kunnen. Nog even snel een foto gemaakt al staand in het beekje, kijk ons eens bikkels zijn!

En toen kwamen we de hoek om, en bleek dat beekje een waterval te worden, waar we onderaan de trap wederom doorheen moesten. Maar nu zonder dat je je ergens aan kon vasthouden, en ongeveer een meter van de rand af! Oeps.. Lang getwijfeld, voorzichtig geprobeerd en uiteindelijk hebben we het er maar op gewaagd. Gelukkig was de stroming niet te sterk om ons ondersteboven te gooien en de rotsen niet zo glad dat je plat op je bek ging en het ravijn in donderde, dus we hebben het gehaald. Creepy was het wel.

Het vervolg van de tocht hebben we behoedzaam maar met veel plezier afgelegd. Door beekjes, plassen, stroompjes, van gladde rotsen af en er weer op, het was me een avontuur! Vasthoudend aan bomen naar de overkant springen als het te diep was, en met takken peilen hoe diep de rivier was waar we doorheen moesten, dat soort werk. We waren denk ik de laatsten van de dag die de hike nog konden voltooien voordat het echt te gevaarlijk en te nat werd. Trots, zeiknat en bijzonder voldaan! Echt supergaaf, helemaal als je bedenkt dat het hier normaal meestal kurkdroog is. King’s Canyon met watervallen, das bijzonder.

Up to Cairns (woensdag t/m zondag 1-4 maart)
Na King’s Canyon hadden we even niets meer op het programma staan, slechts een monsterrit naar Cairns van bijna 3.000 km, een dag of 4-5 rijden dus.
Na de hike zijn we op pad gegaan, om de eerste nacht vlak onder Alice Springs te eindigen. Genoeg avontuur onderweg, want de snelweg stond een stukje blank. 20 centimeter water op de weg, auto’s aan beide kanten die er niet doorheen durfden. Na een tijdje kijken, om ons heen vragen en zien dat andere auto’s er wel doorheen kwamen hebben we het er maar op gewaagd, met succes. De auto sloeg kort erna wel af (water in de motor ofzo) maar na een tijdje stationair draaien deed ‘ie het gelukkig weer als een zonnetje.

De 2e rijdag was nog een heel stuk avontuurlijker. Het hoosde de hele dag al behoorlijk, echt tropische moessonregen die met bakken naar beneden kwam. Maargoed, we moesten toch verder en je zou toch denken dat een van de belangrijkste noord-zuidverbindingen wel zo aangelegd was dat die met een beetje regen begaanbaar bleef. Dat was een verkeerde aanname.

Een kilometertje of 50 ten noorden van Alice begon de ellende, water op de weg. Of zoals ze dat hier noemen een floodway. Meestal beekjes of riviertjes die het hele jaar droog staan, op een paar dagen na. Niet de moeite om serieuze bruggen voor aan te leggen, dus doen ze een klein rioolbuisje. Meestal genoeg, behalve met de monsoon zeg maar. De eerste floodway verraste ons behoorlijk. Je denkt “ok water, rustig aan” maar hij bleek best diep te zijn verderop, zo’n 15 centimeter. En daarmee was het ergste nog niet geweest. Sommigen waren honderden meters lang, bij eentje heeft Steven eerst een zooi hout van de weg moeten halen wat aangespoeld was, en de ergste floodway was bijna 30 centimer hoog. Sterke stroming, oud busje zonder bodemplaat, tegemoetkomend verkeer en dus ook nog golven. Hij sloeg een keer af en een paar keer bijna, maar gelukkig hebben we het uiteindelijk wel gehaald. Maar eng was het wel, zoveel en zo hard stromend water. Je voelde het water echt tegen de bus aan drukken, je naar de zijkant van de weg duwen. Geen pretje! Ramona vond het doodeng, Steven ook bepaald niet leuk.. Maar het is gelukt allemaal. Avontuurlijke dag, en niet zo’n beetje ook!

De nacht hebben we weer doorgebracht bij de Devil’s Marbles. De lokale dingo had helaas wel ons brood gejat, dus het avondeten was wat karig met alleen maar knakworstjes. Wel lekker geslapen gelukkig. Het regende keihard maar wij hadden slim de bus onder de overkapping gezet hehe.

De 2 dagen erna gingen geruisloos voorbij. Dik 1500 km gereden, weinig bijzonders meegemaakt. Alleen het laatste stuk naar Townsville was noemenswaardig. Glooiende heuvels met bos, bosbeekjes enz, mooi rijden. En de slaapplek was ook mooi. ’s Avonds hoorde je de gecko’s om je heen, ’s ochtends Kookabarru’s en flarden mist tussen de heuvels. Wat een heerlijk land is dit toch.

Inmiddels zijn we in Cairns aanbeland, weer een mijlpaal bereikt! Inmiddels al 2 leuke dagtrips gedaan naar de Tablelands en Cape Tribulation, en morgen gaan we 3 dagen duiken! Achter elkaar, 3 dagen de zee op. Duiken, slapen en eten, zo vullen we onze dagen. :) Zin an! Verslag van dit alles in de volgende blog :)


Cheers!


PS: vergeten te vertellen vorige keer, we hebben een frill-neck lizard gezien! Das een hagedis met een hele grote gekleurde kraag die ‘ie op kan zetten als ‘ie zich bedreigd voelt, vet cool. Helaas was het beestje gewond, waarschijnlijk aangevallen door een roofvogel. We hebben ‘m maar van de weg af geholpen zodat ‘ie niet platgereden zou worden

PS2: ook vergeten, de thermal pools bij Mataranka! Niet echt thermal want het grondwater is daar gewoon 36 graden ofzo, maar wel heel mooi. Groenblauw maar helder water, middenin de jungle. We hebben er allebei wat rondgezwommen, en Steven heeft ook nog het ‘circuitje’ van een paarhonderd meter gedaan. Dan zwem je dus in een riviertje, middenin de jungle, heel bijzonder. Overal hoor je het wildlife om je heen en soms zie je het ook. Levensgrote spinnen bijvoorbeeld. Het was een bijzondere ervaring.

PS3: Er staan weer een zooitje foto’s online! Klik hier voor
de serie “Ramona staat ervoor” van de periode november t/m januari: http://www.facebook.com/media/set/?set=a.338275496214177.72645.100000951886726&type=3
onze trip vanaf de Grampians naar Western Australia: http://www.facebook.com/media/set/?set=a.3264445017418.2152712.1456021796&type=3&l=57432039c8

4 Reacties

  1. Martin:
    6 maart 2012
    Woow GENIAAL weer allemaal. En super vet dat jullie een frill-neck lizard hebben gezien. Ik zocht even snel een foto op hoe dat beest eruit ziet en dat is wel heel wijs hoor :-)..... Er is ook een nieuwe soort hagedis gezien wat gezien wordt als een draak. Zie foto --->

    http://www.facebook.com/#!/photo.php?fbid=3168579265444&set=a.1648903914510.2092985.1594338467&type=1&theater

    Heel veel plezier nog jullie 2 en geniet er nog snel van allemaal want de dagen beginnen nu te tellen natuurlijk. Het is al weer bijna tijd om naar huis te gaan.

    Groetjes Martin
  2. Martin:
    7 maart 2012
    Hier even een wijzeging van de link aangezien die vorige niet helemaal goed gepost is :-)

    http://www.amazfacts.com/2011/11/real-life-dragon-found-in-indonesia.html
  3. Hetty:
    7 maart 2012
    Wat een avonturen...!
    Gelukkig weet ik dat alles goed met jullie is, voordat ik dit lees...pfff, LOL
    veel plezier bij het duiken.

    Liefs Hetty
  4. Annelies & Jos:
    7 maart 2012
    Weer een spannend verhaal, wat maken jullie lekker veel mee en gelukkig gaat alles goed. ga zo door, liefs Lies en papa