Northern Ozzie

26 februari 2012 - Alice Springs, Australië

Ons vorige verhaal eindigde in Broome, dus daar gaan we ook weer verder!

Broome (zondag-maandag 12-13 februari)
Broome was vooral bijtankdag, twee dagen lang. Sinds Geraldton hebben we eigenlijk geen fatsoenlijke stad meer gezien dus het werd wel weer eens tijd. Foto’s en blogjes uploaden, mail checken, na 2,5 week moest de was weer eens gedaan worden, boodschappen doen, een schroefje van de auto beter vastdraaien, nieuwe olie halen, etc. Een boodschappendagje dus eigenlijk. Omdat het ook behoorlijk heet was (40 graden ofzo) hebben we ons laten verleiden tot een caravan park. Voor het eerst in 2,5 maand rondreizen per camper/busje hebben we dus netjes legaal betaald voor de overnachting! Daarmee hebben we toch al snel 6x7x30 Australische dollars, en rond de 32x25 Nieuw-Zeelandse dollars bespaard.

Camping was sowieso wel eens relaxed, lekker rommelen bij je camper, in de schaduw, met alle voorzieningen om de hoek. Das toch wel wat meer luxe dan we gewend zijn. Helaas is het op zulke parken ’s nachts verder net zo warm en benauwd als ergens anders. We worden standaard midden in de nacht wakker van de warmte de laatste tijd, en slapen dan ook vrij slecht. Heel licht, veel wakker worden, en zodra de zon opkomt kun je wel gaan opstaan want dan wordt het meteen weer serieus warm. Het is dan ook laagseizoen hier bovenin Australië.

Anyway, het prachtige strand van Broome was niet zwembaar vanwege de kwallen. Jammer, want het was prachtig! Het zand was niet heel bijzonder mooi ofzo, maar het water was echt perfect van kleur. Precies zoals ze het in de boekjes photoshoppen, zo turqoise als het maar kon. Echt een lust voor het oog. Om er toch een beetje van te genieten hebben we een kamelentocht op het strand gedaan bij zonsondergang. Volgens diezelfde boekjes is de zonsondergang heel rood hier. Dat roepen ze overal eigenlijk wel, maar hier is het ook echt zo. Roze-rood en daarna veel vuurrood, echt prachtig.

De kamelenrit zelf was ook erg leuk trouwens, lekker over het strand hobbelen. De begeleiders maakten ook prachtige foto’s voor ons (met onze eigen camera) dus we hebben een mooi aandenken. Samen met het kamelenstandbeeld dat je er in het laagseizoen gratis bij krijgt.

Verder hebben we vooral niets gedaan in Broome. Een beetje rondgehangen, gechilled, niets gedaan en gerelaxed. Mag ook weleens :)

The Kimberly (dinsdag t/m vrijdag 14-17 februari)
Na Broome stond The Kimberly voor onze neus, een relatief ruig en bergachtig gebied met veel National parken, kloven, rivieren etc. Niet erg bekend in Nederland enzo (heel WA niet trouwens) maar de kenners zeggen dat het geweldig is! We waren dus erg benieuwd. Helaas hoorden we in Broome al dat veel parken dicht waren dankzij de cycloon van een paar weken geleden. Parken in puin, het is pas het begin van het seizoen dus er kunnen er meer komen en er zijn sowieso weinig toeristen nu, dus had men meteen maar besloten om de meeste parken dicht te houden tot april ofzo. Balen, want zo bleef er weinig van The Kimberly over eigenlijk. Gevolg was dan ook dat we er niet veel van gezien hebben, behalve de stukjes die je vanaf de snelweg kunt zien.

Onze eerste stop was Derby, een onprettig dorpje vol met rondhangende Aboriginals die ons meteen kwamen lastigvallen met prularia die ze wilden verkopen aan ons. Het leek net Parijs ;-) Vervolgens bleek het grote natuurverschijnsel van Derby ook nog eens geen optie. Ze hebben daar horizontale watervallen, eigenlijk smalle ingangen tussen rotseilandjes waar het water flink doorheen gutst, aangezien het getijdenverschil maarliefst 11 meter bedraagt. Maargoed, je kon er nu alleen per vliegtuig komen en dat ging dan $350 pp kosten. We zijn maar weer in de auto gestapt.

Aangezien alles dus verder dicht was hebben we de rest van de dag kilometers gemaakt, en de ochtend daarna ook nog. Hoogtepunten waren de 2-3 meter lange slang die we op de weg zagen (het kon weleens de zeer gevaarlijke King Brown geweest zijn), een prachtige zonsondergang en bush fires totaan de berm.

In Kununura (ofzo, rotnaam) waren we het rijden wel zat en hebben we de hele middag in het lokale zwembad gelegen. Even afkoelen, ontspannen, chillen en de auto uit. ’s Avonds uit eten geweest, dat hadden we wel verdiend! En het was de dag ervoor Valentijnsdag.

De 16e zijn we een klein National parkje in geweest wat erg mooi was, maar eigenlijk ook al te warm om 07.00. Maar wel mooi. Heel rustig nog, de diertjes waren nog niet gestoord en alles was nog lekker puur. Leuk om even een uurtje of twee doorheen te lopen enzo.

De rit naar onze volgende bestemming, Katherine verliep niet al te soepel. Ineens de motor heel warm, stotteren, enz. Uiteindelijk heeft Steve, een Australiër uit Macedonië ons naar een parkeerplaats gesleept en zijn kennis van auto’s gebruikt om Steven te helpen de auto te maken. Er zat een scheurtje in een slangetje waardoor alle koelvloeistof eruit was gelopen. Drie uur later klussen in de brandende hitte op het heetst van de dag konden we weer verder! Geen dollar armer, dankzij de kennis van Steve. Weggesleept moeten worden als je in the middle of nowhere staat is een stuk duurder..

Na dit avontuur waren we verder wel klaar met de dag, dus in Timber Creek zijn we rechtstreeks de camping op gereden. Een zwembadje hadden we wel verdiend! We hebben het er meteen maar van genomen en zijn pas de volgende dag om 17.00 weer verder gegaan. Lekker relaxed en goedkoop dagje ook, want ze hebben ons nooit gevraagd te betalen. Waren ze vergeten haha.

Na een nachtelijke tussenstop in Katherine was Darwin niet ver meer! Weer een mijlpaal bereikt op onze tocht.

Darwin (zaterdag-zondag-maandag-dinsdag 18-21 februari)
Darwin bleek erg relaxed te zijn, een prima plek om even zen te worden, te relaxen en onszelf tijdelijk even iets meer in de watten te leggen. Darwin is namelijk een levendige stad met veel barretjes, terrasjes en andere dingen waar wij gek op zijn. Ideaal dus!
Omdat we ook wel wat behoefte hadden aan een kleine break van het reizen hebben we geprobeerd werk te zoeken in Darwin. Helaas is dat niet echt gelukt, maar dat terzijde. Wel een toptijd gehad in Darwin! Veel terrasjes gezien, lekker koud bier gedronken, veel opgetrokken met Mike en Josine (die we nog kennen van Sydney) en lekker rondgehangen.

Hebben we ook nog wat ‘actiefs’ gedaan? Jazeker! We zijn een ochtend naar een museum geweest waar ze een hele zaal vol plastic dieren hadden, ideaal voor ons om even te checken hoe al die prachtige diertjes heten die we gezien hebben. Nog steeds zien we bijna dagelijks een nieuw dier, echt ongelooflijk hoeveel aparte dieren hier leven!
Een ander ‘hoogte’punt van het museum was de zaal over cyclone Tracy, die de hele stad heeft platgewaaid in 1973. Steven riep altijd dat hij een keer een cycloon wilde meemaken, maar daar stopt ‘ie nu toch maar mee. Echt indrukwekkend om de foto’s, de film en de verhalen te horen en te lezen. Ook het geluid van de cycloon, wat toen is opgenomen, was erg indrukwekkend en angstaanjagend. Een soort eeuwig denderende stoomtrein, met het geluid van rondvliegend puin erbij enzo, creepy.
De rest van het museum was minder boeiend, wat Aboriginal kunst, een paar bootjes en een dode krokodil.

Darwin ligt in het noorden van Australië, en rondom Darwin stikt het van de krokodillen. En die stonden nog op ons lijstje om te spotten, dus daar hebben we goed werk van gemaakt. Eerst samen met Mike en Josine naar Crocosaurus Cove geweest, een wildlife parkje middenin de stad. Veel krokodillen hier, veel reptielen en wat vissen etc. Ze voerden een paar enorme krokodillen (5+ meter), we mochten zelf de jongeren (rond de 3 jaar) voeren en we hebben een baby vastgehouden. Daaromheen hadden ze hele presentaties, veel verhalen en interactie, waardoor je zo 30-45 minuten bezig gehouden werd, hartstikke leuk! Het meeste hebben we 2-3x gedaan haha, en zo dus de hele dag gevuld in een relatief klein parkje.

De reptielen hebben we ook veelvuldig bezocht. Veel kijken, maar we hebben ze ook 2x gevoerd zien worden en een hoop dieren zelf vastgehouden. We hebben 2 slangen gevoerd zien worden (erg spectaculair), waaronder een Olive Python van een meter of 2-3. Later hebben we er ook 1 zelf vastgehouden! Wat een prachtige dieren zijn slangen toch eigenlijk. Gracieus, enorm sterk en krachtig, maar ook heel nieuwsgierig en interessant. Erg indrukwekkend.

De hagedissen die we hebben vastgehouden waren ook erg leuk. Lekker ruw, met spikes, maar enorm gewend aan mensen en dus zaten ze ook heel relaxed op je handen, schouder of hoofd.

Echt superleuk allemaal zulke dingen en zo vul je ook makkelijk een hele dag. Andere dierentuinen zouden daar een voorbeeld aan moeten nemen.

Maar krokodillen spotten dus. Steve, die vent die ons hielp de auto te fixen, vertelde dat hij een tourtje had gedaan met springende krokodillen. Die dieren springen vaak deels het water uit om vogels enz uit de lucht of uit bomen te pakken, en er zijn tourtjes die van dit gedrag gebruik maken door een stuk vlees boven het water te hangen. De krok springt dan uit het water, vlak naast de boot en zo kun je ze heel goed van dichtbij zien en prachtige foto’s maken.

Goed, dit tourtje kon veel beter (chagrijnige mensen, weinig interactie, vrij kort) maar toch was het een leuke tour. Lekker met een bootje de natuur in, krokodillen spotten en foto’s van ze kunnen maken op soms maar een meter afstand. Indrukwekkende dieren hoor! Vooral ook omdat ze helemaal niet op andere dieren lijken, dat maakt ze zo bijzonder. Ze lijken nog het meeste op de draak die onderin het kasteel van Doornroosje zit in Disneyland.

Litchfield National Park (woensdag 22 februari)
Rondom Darwin liggen ook twee bekende National parken, Litchfield en Kakadu. Omdat Kakadu grotendeels dicht was, en alles wat nog wel open was niet boeiend klonk, hebben we die overgeslagen. Litchfield hebben we wel gedaan en dat was prachtig. Ruig terrein, watervallen, kloven, rivieren, zwemmen bij watervallen, enz. Erg mooi allemaal, en dankzij het regenseizoen waren de watervallen ook serieus groot. Onderweg ook nog een Golden Tree Snake gezien. :)


Continuing the travels (vanaf donderdag 23 februari)
Omdat werk vinden in Darwin niet wilde lukken zijn we daarna maar weer verder gegaan. Helemaal zen (Ramona) en nog niet helemaal (Steven) maar je moet wat hé! Na weken rijden, dingen zien, ondernemen en kilometers maken begint het reizen wel vermoeiend te worden. Een beetje vastigheid voor een paar weekjes zou stiekem wel lekker zijn. Maargoed, dat gevoel trekt hopelijk wel weer weg.

Inmiddels zijn we begonnen aan onze monstertocht naar Uluru en Cairns. Van de 20-25.000 km die we maken, zijn dit er 5.000 in ruim een week. Niet de meest spannende week dus, al zijn Uluru, Kata Tjuta en King’s Canyon wel prachtige plekken om heen te gaan. En daarna belonen we onszelf met het lagoon van Cairns en een ongetwijfeld vette duiktrip op het Great Barrier Reef. Die 5.000 km zijn dus irritant veel en lang, maar brengen ook wel weer andere mooie dingen. Daar denken we dan maar aan, als we ’s ochtends opstaan en weer een takke-eind voor de boeg hebben. Het landschap en rijden zijn aan de ene kant mooi en een superervaring, maar we beginnen het langzamerhand wel een klein beetje zat te worden.

Gelukkig brengt de tocht ons tot nu toe wel genoeg leuke dingen om het interessant te houden. De eerste (halve) dag was niet boeiend, de 2e hebben we zelf maar boeiend gemaakt door bij elk (semi)-interessant dingetje langs de weg te stoppen.

We hebben persoonlijke spulletjes achtergelaten bij een roadhouse / pub in een raar dorpje, waar het traditie is dat iedereen iets op de muur achterlaat. Foto’s, bankpasjes, identiteitsbewijzen, t-shirts, bh’s, slipjes, geld, een pakje kaarten; je kunt het zo gek niet bedenken. Schitterende pub om op je gemakje rond te kijken! Zulke vreemde dingen passen ook echt bij de outback. Een raar en verlaten stukje wereld, waar andere regels en normen en waarden lijken te gelden ofzo. Een stuk land vol beetje vreemde mensen met vreemde dingen, maar wel machtig mooi.

Onze volgende stop was een verlaten dorp (waar stiekem wel mensen woonden) met onder andere een hotel uit 1930 dat al 40 jaar gesloten is. De inboedel stond er niet meer, maar wel nog landkaarten, kranten en lijstjes van cattle-transport aan de muur. Een beetje creepy, maar wel bijzondere plek.

Onze drive-timing bleek perfect te zijn overigens, we kwamen precies rond zonsondergang bij de Devil’s Marbles, een serie ronde, rode rotsblokken die door het avondlicht haast goudkleurig werden. Een prachtig gezicht, en al rondrennend om alles op de foto te krijgen voor het licht verdwenen was, hebben we prachtige plaatjes geschoten. De nacht hebben we doorgebracht op het campingveldje erachter. Een prachtige sterrenhemel, de marbles als donkere silhouetten om ons heen, een dingo die af en toe kwam kijken en een enorm leuk gesprek met Lance. Lance is een gepensioneerde Australiër die al bijna dood geweest is, en dus elke dag als bonus time beschouwd, zijn huis heeft verkocht en de wijde wereld ingetrokken is. Schitterende vent, en weer een prachtig voorbeeld van de leuke, toffe mensen die je soms ontmoet op je reizen.
Het was echt weer zo’n avond die ons nog lang bij zal blijven, vanwege de prachtige plek en die prachtige conversatie. En dat allemaal min of meer toevallig, als een geschenk uit de hemel na een lange dag rijden. Op zulke momenten besef je weer enorm hoe gelukkig we moeten zijn dat we dit allemaal kunnen doen, how gifted we are.


Inmiddels zijn we aangekomen in Alice Springs, in het warme, droge midden van Australië. Geen hoogtepunten vandaag, afgezien van de 2 adelaars die 3 meter van de weg af zaten. Gewoon, in het wild. En ohja, voor de 2e keer de Tropics of Capricorn overgestoken! We zitten er nu weer een paar dagen onder, op weg naar Cairns steken we 'm weer over.
Nu even 2 bijtankdagen (camping, kapper, boodschappen doen, bankzaken, googlen, internetten, wassen) en dan gaan we door naar een van Australie’s grootste iconen, Uluru. Al kijkt Steven meer uit naar King’s Canyon haha, dat vond ‘ie in 2009 mooier. We gaan het zien! 


Dankzij ons fantastische reistempo dreigen we overigens een week of 2-3 te vroeg in Sydney aan te komen. Achteraf zijn we dus te vroeg vertrokken zou je kunnen zeggen, maargoed. We gaan even goed bedenken wat we met die tijd gaan doen. Proberen werk te vinden is een optie, maar dat kan zomaar weer een week duren, en dan verspil je dus een week. Plus dat we thuis nog genoeg kunnen (nee, moeten) werken. We overwegen dus die weken te gebruiken om nog een ander land aan te doen. Fiji en Bali zijn overwogen en afgevallen, Cambodja is te warm, momenteel denken we aan de Filippijnen. Een mooi land met vriendelijke mensen die Engels spreken, goedkoop en mooie duikplekken. Wie weet is dat wel wat. We’ll keep you posted.


Cheers!

5 Reacties

  1. Martin:
    26 februari 2012
    Geweldig weer allemaal. De verhalen vervelen me nooit. :-)
    Ik ben benieuwd waar jullie je reis gaan voort zetten. in ieder geval heel veel plezier nog en ik hoop dat jullie nog veel moois zullen zien.

    Groetjes en kus!!
  2. Hetty:
    26 februari 2012
    Bedankt weer voor jullie heerlijke verhalen.
    Sterkte voor de reis naar Cairns.
    groetjes en liefs,

    Hetty
  3. Ciel:
    27 februari 2012
    Wat een geweldige ervaringen weer! Mooi geschreven. Ik zal duimen dat de bus het verder goed houdt.
    Liefs,
    Ciel
  4. Irene:
    27 februari 2012
    Wat een prachtige verhalen! Plastic dieren in een museum, dat verwacht je toch helemaal niet. Mooi dat je in een park reptielen mocht vasthouden en voeren. Dat is wel heel wat anders dan in Nederland. Maar ik bedenk meteen dat ze in zo'n park vast wel een hoop ehbo-spulen bij de hand hebben, voor het geval iemand gebeten wordt. Een fijne reisverder!
    Liefs,
    Irene
  5. Annelies & Jos:
    27 februari 2012
    heerlijk leesboek om de lunch op te vrolijken. Liefs. Van ons